Ongelooflijk genoeg zijn er in Engeland archeologische sites gevonden van wel 500.000 jaar terug, met aanwijzingen die een hechte relatie suggereren tussen de voorouders van zowel de mens en de hond. Homo heidelbergensis, waar Neanderthalers en de moderne mens van afstammen, trainden wolven voor de jacht en om ze te beschermen tegen de leeuwen, hyena’s en beren die over het land trokken. In ruil daarvoor kregen de wolven hun maal, onderdak en misschien af en toe een oude sandaal om op te kauwen. En zo begon de symbiotische relatie tussen mens en hond.
Domesticatie
In de loop van de steentijd begonnen Neanderthalers steeds meer hun vrije tijd te besteden met het trainen van wolven om bijvoorbeeld te helpen met jagen en bewaken. De wolven werden zorgvuldig gekozen om steeds intelligentere en minder agressieve welpen te fokken. Dit selectieve fokken zou uiteindelijk resulteren in de dieren die we vandaag de dag honden noemen.

Een wilde wolf
Tegen de tijd dat het bronstijd aanbrak, ongeveer 3000 v.C., bestonden er vijf verschillende soorten honden: herdershonden, voorstaande honden, wolf-achtige honden, windhonden, en mastiffs.
De Romeinen
De Romeinen waren de eerste mensen die honden als huisdier hielden. De relatie tussen mens en hond werd zo hecht dat de Romeinen hun eigen honden begonnen mee te nemen naar veldslagen door heel Europa. Tijdens hun tochten door verschillende landen verzamelden de Romeinen allerlei verschillende soorten hondenrassen en namen ze mee terug naar huis.

Een close-up van het karaktervolle gezicht van de bloedhond
Zoals met alle bloeiperiodes zag ook de belangstelling voor het fokken en trainen een flinke achteruitgang na de val van het Romeinse Rijk, wat leidde tot veel ongecontroleerd paren. Ongewenste bastaardhonden belandden op straat waar ze rondzwierven. Ondernemende kloosters, echter, besloten rashonden (met name bloedhonden) te gaan fokken om aan de rijken te verkopen. Om te voorkomen dat honden van een gemengd ras zich voort zouden planten met de dure honden van rijkelui hingen ze zelfs zware blokken om de nekken van arme bastaardhonden.

Een Romeinse mozaïek
De kruistochten
Tijdens de kruistochten waren ratten een groot probleem en om te voorkomen dat ziektes zich verspreiden, ontwikkelden de landarbeiders kleine, pittige hondenrassen om de kleine knaagdieren op te jagen en te doden. Ze moesten zowel klein genoeg zijn om holletjes in te kunnen rennen als dapper genoeg om achter de agressieve kleine ratjes aan te gaan. Vandaag de dag staan deze hondenrassen bekend als terriërs, lopende honden en spaniëls.

Een jackrussellterriër aan het rattenvangen in de bossen.
De Middeleeuwen
De jacht als sport werd voor het eerst populair in de Middeleeuwen, wat tot gevolg had dat een aantal rassen in deze periode werden gestandaardiseerd. De greyhound, de Deense dog en de mastiff waren op dit moment heel herkenbare hondenrassen. Tegelijkertijd werden andere rassen, zoals de buldog, ontwikkeld voor “sporten” zoals bullenbijten en hondengevechten.

Een Deense dog met een prachtig zwarte vacht
De Middeleeuwen waren een onvervalst tijdperk van rijkdom en macht. Koningen, edellieden, geestelijken en middeleeuwse “it-girls” waren vaak verwikkeld in populariteits-wedstrijden over wie zijn of haar hond het meest extravagant kon uitdossen met weelderige halsbanden van velours en leer, versierd met goud en juwelen.

Een elegante, witte dwergkeeshond
Tijdens veldslagen kregen rassen zoals de Deense dog en de mastiff halsbanden met spikes om, met als doel de vijand te intimideren. In sommige gevallen kregen zulke oorlogshonden zelfs hun eigen ijzeren harnas.
De Renaissance
Tijdens de Renaissance raakten steeds meer edelen geïnteresseerd in het idee van het fokken van honden als metgezellen. Vorsten begonnen hun favoriete hondenrassen te fokken, wat leidde tot de ontwikkeling van vele nieuwe rassen, met name de king Charles-spaniël, vernoemd door en naar Koning Karel IX van Frankrijk. Na de Franse Revolutie raakten deze gespecialiseerde rassen weer in verval. In plaats daarvan werden vogelhonden en voorstaande honden weer populairder onder landarbeiders die nu veel meer onbelemmerd konden jagen.

Een Renaissance Fontein
De allereerste hondenshow
De eerste officiële hondenshow werd in 1859 in Engeland gehouden. Het was een liefdadigheidsevenement, gehouden door aristocraten. Het evenement bracht een enorme internationale gemeenschap bijeen en hielp om de lange levensduur van de meest populaire raszuivere hondenrassen veilig te stellen.

Een prachtige Ierse setter op een hondenshow
Veel nieuwe rassen werden ontwikkeld in de negentiende eeuw, omdat men niet langer veel interesse had voor de gespecialiseerde rassen waar de hogere klassen zo van hielden. Nieuwe rassen werden weer ontwikkeld voor specifieke doeleinden, vooral met het oog op werk op het platteland.